Politieke bestuur weert tegenstemmen en tegenkrachten

Volgens ex-ombudsman Alex Brenninkmeijer verwart de overheid burgerrechten steeds vaker met een aanval op haar macht, en trekt zij daarom juist meer macht naar zich toe. ‘Dat is een aanmerkelijke verzwakking van de rechtsstaat.’

Als de macht trapt, dan is het naar beneden, waar meestal de burger staat. Toen Alex Brenninkmeijer in Amsterdam eens van de sokken werd gereden door een onbesuisde chauffeur van Parkeerbeheer ging hij bij de politie zijn beklag doen. Zijn fiets was kapot, zijn hand gewond, maar op het bureau stuitte hij op het gesloten systeem van elkaar afdekkende agenten. Een klacht? Als meneer die doorzette, zei de dienstdoende agent intimiderend, zou de politie hem als verdachte willen horen.

‘Een opeenhoping van macht: ik heb er een gruwelijke hekel aan’, zegt Brenninkmeijer. Op de macht moet altijd een rem staan, zeker als ze berust bij een grote machinerie als de staat. In zijn jaren als Nationale Ombudsman (2005-2013) heeft Brenninkmeijer keer op keer moeten optekenen hoe weinig een enkeling tegenover een onwelwillende overheid heeft in te brengen. Die ervaring bracht hem ertoe kritisch te spreken over de ‘verruwing’ in de houding die de overheid tegenover burgers inneemt. In plaats van dienstbaar is de staat niet zelden wantrouwig, ongevoelig of gewoonweg bot en onwetend, luidde zijn boodschap. Daarom is het volgens hem allesbehalve een overbodige luxe dat de Nationale Ombudsman als zaakwaarnemer van de burgers met het gezag van een Hoog College van Staat is bekleed. Op die status kan hij een beroep doen als de regering meent hem als een ondergeschikte te kunnen behandelen.

Voor deze subtiliteit in de verhouding met de Ombudsman bleek de minister die Brenninkmeijer eens de les kwam lezen over diens kritische gezindheid weinig gevoel te hebben. De aanleiding voor het ministeriële ongenoegen waren de bedenkingen die hij uitte bij het politie-optreden tijdens de strandrellen in Hoek van Holland in de zomer van 2009. Terugblikkend zegt Brenninkmeijer: ‘De politie had gericht en met scherp geschoten op het publiek, in een situatie waarin onderzocht moest worden of dat gerechtvaardigd was. Van de politie evenals van de politiek kwam al snel de afdekkende reactie: die mensen op dat strand hadden zich misdragen. Het was echt voorbarig om het politie-optreden daarmee goed te praten. Het is nogal wat als agenten gericht gaan schieten op publiek en niet weten waar die kogels terechtkomen. Ik zoog mijn argumenten ook niet uit mijn duim, maar baseerde me op jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.’…….

Lees verder…

Bron: Burgercomité EU

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s